Het voorstel van Job Koelewijn voor dit imposante gebouw bestond uit een minimale ingreep: op de zwarte rubberen banden van de acht roltrappen in het gebouw zijn de namen van overleden musici in wit afgedrukt. De musici die in dit Running Cemetery worden opgenomen hebben allen ooit in Utrecht opgetreden. Door het bewegen van de roltrappen ontmoeten de namen elkaar steeds opnieuw. Het kunstwerk wordt van tijd tot tijd uitgebreid met nieuwe namen. In zijn omvangrijke en internationaal geroemde oeuvre roert Koelewijn grote en serieuze thema’s aan, waarbij hij een zekere lichtheid weet te bewaren. Hij maakt in zijn werk gebruik van veel verschillende materialen en media en probeert daarmee de kwetsbaarheid van het leven bloot te leggen.